Opgepast
voor slechte vetten
Vetten hebben nooit een
goede reputatie gehad. Nochtans heeft een kind tussen
vijf
en zes jaar een grotere behoefte aan lipiden dan een
volwassene. In cijfers uitgedrukt,
de energie-behoefte waarin de vetten moeten voorzien
bedraagt ruim 35% voor een kind -tegenover 30% voor
een volwassene. Let wel, als we over vetten praten,
is er vooral veel stof tot discussie: niet alle vetten
zijn goed voor de gezondheid, integendeel.
Daarom is het van het grootste belang dat we variatie
brengen in het aanbod: zowel boter als margarine gebruiken,
niet alleen kiezen voor olijfolie maar ook de smaak
leren waarderen van koolzaad-, zonnebloem-, maïs-
of soja-olie. Waar we vooral op dienen
te letten is het overdadig gebruik van voedingsmiddelen
rijk aan vet mààr arm
aan kwalitatieve voedingsstoffen – denk maar
aan chips, gefrituurde voeding, sauzen
en fijne vleeswaren.
De lipiden vertegenwoordigen
30% in de energetische bijdrage, de eiwitten 12%.
De koolhydraten vormen zowat de belangrijkste energiebron
met ruim 58%.